Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [67]Zal hij dan daarom [altoos] zijn garen [68]ledig maken, en zal hij niet verschonen, met altoos de volken [69]te doden? 67. De zin is: Omdat hij dus wreed en vermeten is, zult Gij daarom altijd deze zijne goddeloosheid verdragen en ongestraft laten voorbijgaan? Zult Gij hem steeds het ene land voor en het andere land na laten overheren en tenonderbrengen? 68. Tw om dat weder tot een nieuwe vangst te bereiden en uit te werpen. 69. Di, te verdelgen en uit te roeien, zonder dat Gij, als een rechtvaardig Rechter, daarop acht zult geven en hem straffen? Het antwoord wordt verzwegen, hetwelk zou wezen: geenszins, maar Gij zult hem eindelijk een gebit in den mond werpen en straffen. Dusdanige vragen loochenen sterkelijk.